Volkscultuur
Sint-Maarten was vroeger de datum waarop de oogst binnengehaald moest zijn en het vee op stal ging.
Op die dag werden ganzen geslacht.
Op 11 november werden de grote Sint-Maartensvuren ontstoken. Dit gebruik gaat terug op een Germaans feest ter ere van Wodan. Men bracht dankoffers en brandde reinigende vuren om de vruchtbaarheid van het land en vee te bevorderen
Later werd het Sint-Maartensfeest vooral een kinderfeest. Kinderen trokken met lampions of uitgeholde rapen, knollen en kalebassen met een kaarsje langs de deur voor snoep en fruit. Dit gebruik stamt waarschijnlijk uit Duitsland, waar in bepaalde streken in de kerk ieder jaar rond Sint-Maarten gelezen werd over het licht dat niet onder de korenmaat gezet moest worden. Ook gebruikten ze een foekepot of rommelpot, dat is een pot waaropver een varkensblaas is gespannen, daarin zit een rietje dat een brommend geluid maakt als eraan wordt getrokken.
In diverse Nederlandse steden en streken gaan kinderen op 11 november met zelfgemaakte lampions langs de deuren om te zingen, waarvoor ze dan snoep krijgen.
Voorbeelden van Sint-Maartenliedjes
Sint-Maarten, Sint-Maarten is jarig vandaag.
Nu branden de lichtjes dat doen wij zo graag.
Elf november is de dag dat mijn lichtje, dat mijn lichtje,
Elf november is de dag dat mijn lichtje branden mag.
Sint-Maarten, Sint-Maarten, de koeien hebben staarten
De meisjes hebben rokjes aan
Daar komt Sint-Martinus aan.
Geef een appel of peer,
Ik kom het hele jaar niet weer.
Het hele jaar dat duurt zo lang
Tot mijn lichtje branden kan.
Weerspreuken
Merkeldag (ook wel lotdag) is de aanduiding van een dag die in het volksgeloof bijzonder belangrijk is voor het lot van de mens of het weer.
Het weer op een merkeldag is in dit geval bepalend voor de rest van de periode. Bij merkeldagen horen dan ook één of meerdere weerspreuken. Deze vermelden veelal ook de heilige die volgens de heiligenkalender van de katholieke kerk zijn of haar naamdag heeft op de betreffende dag.
11 november is zo een merkeldag:
Is de lucht op Sint-Martinus helder, de vorst dringt door in menige kelder.
Op Sint-Martinus de wind in zuidwest, heel de winter een regennest.
Al moet Sint-Maarten een mantel dragen, hij moet toch nog wandelen in zomerse dagen.
Als op Sint-Martinus de ganzen op het ijs staan, zullen ze met Kerstmis door het slijk gaan.
Nevels in Sint-Maartensnacht, maken de winter kort en zacht.