De toren en de klokken
De toegang tot de toren bevindt zich achteraan in de kerk: een bruin deurtje naast de fraai gerenoveerde kapel van de Processie-Lieve-Vrouw (hier stond vroeger de doopvont). Via de wenteltrap in een torentje dat tegen de toren aanleunt, klimmen we naar 4 niveaus. De toren is 45 m hoog. We doen 91 + 3 treden.
Als je door de kleine raampjes kijkt zul je merken dat een toren in een vlak land een mooi uitzicht biedt over de omgeving. Als uitkijkpost was hij strategisch belangrijk. Vandaar dat in oorlogstijd torens wel eens werden vernield door de vijand. Dank aan de brand van onze kerk en toren in 1915.
Het doksaal (oksaal, Znl. hoogzaal)
Na 29 treden bereiken we het doksaal. Hier zong het koor en staat er nog een oud orgel. Er zijn er in deze kerk al heel wat geweest:
- in 1672 vermelden de archieven voor het eerst een orgel,
- bij de wederopbouw in de kerk in 1760 werd er een ingebouwd,
- na de vergroting werd er in 1905 een nieuw geplaatst,
- bij de heropbouw van de kerk werd in 1934 alweer een nieuw orgel aangekocht. Het klavier is nog bewaard gebleven en staat vooraan in de kerk op de zolder
- In 1993 werd een nieuw electronisch Johannus-orgel aangekocht.
- Het huidige orgel werd in 2010 in gebruik genomen en staat nu vooraan in de kerk. (Johannus-orgel)
Het uurwerk
Na 51 treden bereiken we het tweede niveau, met een in onbruik geraakt mechanisme van het uurwerk. In de betonnen vloer zie je luik. Langs daar hijst men de klokken naar boven. Ze moeten immers voor hun jaarlijkse toch naar Rome nu eenmaal makkelijk binnen en buiten kunnen.
Achter een deurtje heb je een zicht op het neo-gotisce gewelf.
De klokken
Nog 11 treden plus 3 en we zijn bij de klokken die in een stevige klokkenstoel gevat zijn. Dat dit geen luxe is zul je merken als je het oorverdovende geluk hebt om in de klokkentoren te staan als de klokken luiden!
Uit geschriften weten we dat er door de jaren heen verschillende klokken in de toren werden opgehangen. Reeds in 1565 is er sprake van klokken. Geen van deze oude klokken bleef bewaard. In de grote brand van 1915 werden ze vernield; ze vielen dwars door de houten vloer. Het heeft geduurd tot in 1931 voor de klokken terug in de toren hingen. In 1944 werden ze door de Duitsers geroofd.
Pastoor Jozef Van Loenhout zette zich in om Westmalle nieuwe klokken te bezorgen. Ze waren iets lichter en kleiner dan de vorige maar kostten toen toch al... 234.544 frank.
De klokken ritmeren het leven van een parochie: ze luiden om 7 uur, om 12 uur en om 17 uur.
Op zaterdag en zondag luiden ze een half uur voor de kerkdienst. Ook bij speciale gelegenheden zoals doopsels, huwelijken en jubilea wordt er geluid, net als bij bedevaarten naar Scherpenheuvel en Drieboomkensberg.
Bij overlijden wordt de dode "uitgeluid".
Voor een vrouw hoor je dan eerst de "middenklok" en dan de "grote". Voor een man is het juist andersom.
Op de vooravond van de begrafenis luiden ze bij de gebedswake. De dag zelf luiden ze een half uur voor de dienst, bij het begroeten en het afhalen van de afgestorvene in de kerk en bij het ten grave dragen.
De huidige klokken werden in 1948 gegoten door klokkengieter Michiels van Doornik en op Driekoningendag van 1949 werden ze ingewijd.
In totaal hangt er nu 2.850 kg "klok" in onze toren:
"De Heilige Maagd" geeft de fa weer en weegt 850 kg
"Sint-Martinus" geeft de re en weegt 1400 kg
"Het Heilig Hart" geeft de sol en is goed voor 600 kg.